Wij staan paraat voor uw bomen.

Onze diensten.

Vellen


Soms moet men overgaan tot het rooien van de boom. In het eerlijkste geval hebben we te maken met een terminaal zieke boom die direct of indirect een gevaar oplevert aan derden of omgeving. In andere gevallen kan het rooien van de boom jammer genoeg onderbouwd zijn met andere eisen: overlast buren, verkeerde standplaats, opduwen oprit, geen gras meer, te weinig zonlicht voor zonnepanelen, ...

In de meeste gevallen vellen wij de boom manueel. Zorgen omtrent de stabiliteit van de ondergrond of toegankelijkheid vallen hierdoor al weg. Indien de boom het niet meer toelaat en het té gevaarlijk wordt om gedemonteerd te worden door klimwerk en de ondergrond het toelaat, wordt de hoogwerker ingeschakeld.

De eigenaar is steeds verplicht een vergunning aan te vragen voor het vellen van bomen en in sommige gemeentes ook voor het snoeien. De milieudienst van uw gemeente kan u adviseren.

Snoeien


Bomen zijn ons werelderfgoed, ze bezorgen ons rust en schaduw en hebben een positieve invloed op onze zwaar belaste omgeving. Ze zijn het erfdeel van onze nazaten; er zorgvuldig mee omspringen is niet de minste boodschap.

De mooiste en op natuurlijke wijze ontwikkelde bomen staan meestal in parken of natuurgebieden, op enkele paticuliere uitzonderingen na. Deze bomen hoeven alleen in de zomer een onderhoudsnoei; te starten 2 à 3 jaar na de aanplant, gericht op eventuele schade.

Bomen die in onze straten moeten ontwikkelen, moeten begeleid worden naar het vooropgestelde eindbeeld. Begeleidingssnoei is gericht op takvrije stamlengte.

Voet- en fietspad: 2,5 m

Straat: 4,2 m

Autoweg: 4,6 m

Frezen en klieven


Voor het frezen van alle stronken en wortels beschikken wij over een kleine en een grote freesmachine; soms onontbeerlijk om via smalle tuinpoortjes tot achterin de tuin te geraken. Is het echter niet mogelijk om via een tuinpoortje te gaan en moeten we doorheen de woning, kan onze kleine freesmachine door een deuropening van 68cm.

Zonder grote en zware machinerie te gebruiken, kunnen wij met behulp van compacte tractoren en aangekoppelde apparaten meestal tot op de gewenste plek geraken.

Wij kunnen uw hout klieven aan een ratio van 3 kubieke meter per uur.

Kroonverankering


Kroonverankeringen kunnen worden aangelegd in kruinen van bomen om breuk te beperken of te voorkomen, alsook schade aan omgeving, gebouwen en derden. De verankering van bepaalde delen in de kruin, kan onnodige risico's verhelpen. Onze verankeringen worden niet op een statische manier geplaatst; statische verankeringen zorgen dat de aangroei van trek- en duwhout niet optimaal verloopt, waardoor de boom "lui" wordt. Daarentegen plaatsen wij dynamische Cobra kroonverankeringen, zodat de boom gestimuleerd blijft om uit zichzelf nieuw hout te maken dat zorgt voor de versteviging van zijn kruin in het geheel.

De bevestigingsplaatsen van de verankeringen worden met bandlussen gerealiseerd om de diktegroei van het hout ter hoogte van de bevestigingsplaatsen niet te hinderen.

Een kroonverankering wordt geplaatst om de aftakeling van grote en veterane bomen te ondersteunen, bij zware plakoksels of om ongerustheid weg te nemen bij grote, zware takken.

Plaatsing kan manueel of met hoogwerker.

Processierups


De rups van een nachtvlinder; een bladvreter van de eik. Eitjes van de rups komen uit in het voorjaar samen met het jonge eikenblad. In het beginstadium is de rups oranje om over te gaan tot een grijsgrauwe kleur. Ze vervellen wel 6 tot 7 keer alvorens te veranderen in een nachtvlinder. Na de 3de vervelling komen de brandhaartjes op de rug te staan. De brandhaartjes verschijnen ongeveer van half mei tot half juni tot 600.000 haartjes per rups. Ze kunnen deze pijlvormige haartjes (0,2 tot 0,3 mm) ook afschieten.

Rupsen worden 3,5 cm lang en in juli / augustus begint de verpopping tot vlinder. Vrouwelijke nachtvlinders leggen hun eitjes begin september af in de toppen van de bomen. Nesten bestaan uit een dicht spinsel van vervellingshuidjes, met (brand)haren en uitwerpselen, waar ze zich overdag schuilhouden. Oude haartjes kunnen tot 6 jaar actief blijven in achtergelaten nesten; door het verwaaien, kunnen oude nesten nog jarenlang voor overlast zorgen.

Kaalvraat kan wel eens het gevolg zijn bij laanbomen en particuliere aanplant. In bosverband is er veel minder kans op kaalvraat omwille van het biologisch evenwicht met natuurlijke predatoren.

De verbranding en het verwijderen van de nesten wordt door ons manueel gedaan door klimwerk en is de meest gebruikte methode bij particulieren.

Biologische en chemische besrijding met spuitkanonnen is meestal voor grote plagen van openbare laanbeplantingen.

Laat u professioneel adviseren.

Wij komen graag ter plaatse voor een gratis en vrijblijvende offerte.

Boomcontrole


Visual Tree Assessment

VTA is een visueel boomonderzoek, de analyse en inventarisatie van zichtbare signalen dat begint van in de top van de boom tot beneden aan de stamvoet. 

Controle op vitaliteit, kroonstructuur, ziekten en plagen, beschadigingen, stabilteit en breukgevoeligheid.

Nadien wordt er advies gegeven.

Indien er geen zichtbare gebreken merkbaar zijn, beperkt de VTA zich tot het stadium "geen verhoogd risico", met om de 2 tot 6 jaar terug een boomonderzoek.

Zijn er vermoedelijke onzichtbare gebreken, gebaseerd op uiterlijke signalen gaan we verder met een diepgaand onderzoek en spreken we van een "(tijdelijk) verhoogd risico".

In dat geval wordt de verdichting opgemeten in de boomspiegel met een penetrometer, een grondstaal wordt ontleed op structuur en tekorten, de innerlijke toestand van de boom wordt in beeld gebracht door middel van tomografie.


Afhankelijk van de toestand van de boom, zijn er vervolgens verschillende mogelijkheden:

Snoeiwerken; dood en ziek hout en probleemtakken

Kroonverankering; ondersteunen van mechanische belasting.

Bijkomende bemesting; tekorten aanvullen

Beluchting, drainage of irrigatie

Verwijderen van plagen

Kan het verhoogd risico niet worden opgegeven door de adviserende maatregelen, dan kunnen we eventueel overgaan tot een velling.


Problemen met de standplaats van de boom, komen ook regelmatig voor.

Bij een slechte waterhuishouding, kunnen we draineren of bewateren.

Indien er te weinig plaats is voor de beworteling, kunnen we de wortelzone vergroten.

In het geval van vervuiling op bouwwerven, zorgen we voor afvoer van de contaminatie.

Te weinig voeding, wordt opgelost door bemesting door injectie of grondboring.

Wanneer er sprake is van bodemverdichting, doen we aan preventie en "ploffen" of grondboring.

Na het oplossen van deze problemen, zien we gewoonlijk al na 2 groeiseizoenen een significant verschil.

Schadebepaling

Waarom?

Voor het vaststellen van een eis tot schadevergoeding bij schade aan bomen.

Voor het vaststellen van een premie voor de verzekering van een boom tegen schade.

Voor het opmaken van de inventariswaarde van een bomenstad of een groene ruimte met bomen.

Wanneer?

Beschadiging door aanleg van kabels en buizen voor nutsvoorzieningen; dit zorgt voor kroon-, stam- en wortelschade.

Een verkeersongeval met schade aan bomen.

Clandestien rooien van de bomen.

Strooizout, herbicide, gaslekken, etc. zorgen voor conditieverlies.

Vandalisme aan bomen, oppervlakkige stamschade.


In het geval van totale vernieling zal men nagaan of de vernielde boom kan worden vervangen of niet. Bij een jonge boom bepaalt men de schadevergoeding zodanig dat de boom kan worden vervangen door een nieuw identiek exemplaar. Bij oudere bomen zal de berekening volgens de uniforme methode als schadevergoeding worden voorgesteld.

Bij gedeeltelijk beschadigde bomen, wordt volgens de omvang een percentage van de boomwaarde als schadevergoeding aangerekend.


Sinds 1979 wordt hiervoor de Uniforme Methode voor waardebepaling van straat-, laan- en parkbomen behorend tot het openbaar domein in Vlaanderen algemeen gebruikt door openbare besturen voor de berekening van o.a. schadevergoedingen voor vernielde bomen. In 1996 werd de Uniforme Methode gepubliceerd door het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap.


Ondertussen wordt de Uniforme Methode algemeen aanvaard door rechtbanken en verzekeringsmaatschappijen als een objectieve en aanvaardbare berekeningswijze voor straatbomen, parkbomen en bomen in tuinen en groenzones. De waarde van een boom wordt berekend aan de hand van 5 factoren: de basiswaarde (B), de soortwaarde (S), de standplaatswaarde (St), de conditiewaarde (C) en de plantwijzewaarde (P).

 

De waarde (W) van een boom (in EUR) = B x S x St x C x P
Basiswaarde (B)
De Basiswaarde wordt berekend door de oppervlakte (cm²) van de stamdoorsnede op 130 cm boven het maaiveld te vermenigvuldigen met de eenheidsprijs (E).

Eenheidsprijs (E)
De eenheidsprijs is een indexcijfer (EUR/cm²) dat jaarlijks herberekend wordt aan de hand van de kwekerijprijzen van een vijftal Vlaamse boomkwekerijen. Voor 2017 werd de eenheidsprijs vastgesteld op 5,43 EUR/cm².

Soortwaarde (S)
De soortwaarde is een cofficint die verschilt van boomsoort tot boomsoort. Soorten die in de boomkwekerij duur zijn hebben een hogere soortwaarde dan soorten die lager geprijsd zijn.

Standplaatswaarde (St)
De waarde van een straat- en parkboom is groter voor bomen die aangeplant zijn in een stadscentrum (zeldzamer, moeilijker groeivoorwaarden) dan voor bomen die in het landelijk gebied groeien. De standplaatswaarde varieert van 1 (stadscentrum) tot 0,6 (ruraal gebied).

Conditiewaarde (C)
De conditiewaarde van een boom is een cofficint die iets vertelt over de gezondheidstoestand (vitaliteit, conditie) en de levensverwachting van een boom. Een dode boom heeft een conditiewaarde nul. Een kerngezonde boom met zeer hoge levensverwachting heeft een conditiewaarde 1.

Plantwijzewaarde (P)
De plantwijzewaarde zegt iets over de manier waarom de boom aangeplant is. Een solitaire boom heeft een plantwijzewaarde 1, een rijboom (dreef) heeft als plantwijzewaarde 0,8.

Laat u professioneel adviseren.

Wij komen graag ter plaatse voor een gratis en vrijblijvende offerte.

unsplash